28 december, 2006
06 oktober, 2006
04 oktober, 2006
29 augustus, 2006
27 augustus, 2006
19 augustus, 2006
06 augustus, 2006
Ken Kesey was here.
17 juni, 2006
07 april, 2006
Lucifer
Uit God gevallen onheil, eenmaal hoog
in 't hemelopperste met hem verbonden,
toen afgestoten en zijn weg gevonden,
tuimelt omlaag langs een verlaten boog.
De aarde, die het naar beneden zoog,
naderde snel; het heeft zich diep omwonden
met wat de armen samennemen konden
aan flarden licht, waar het doorheen bewoog.
Tegen een telefoonpaal aan de straat
terechtgekomen, ogen wijd uiteen;
embryonaal het lichaam van de schrik;
een hoorn gevormd, het laatste ogenblik.
De veevoederfabriek, iets verder, laat
het wrak van plastic met zichzelf alleen.
Gerrit Achterberg
in 't hemelopperste met hem verbonden,
toen afgestoten en zijn weg gevonden,
tuimelt omlaag langs een verlaten boog.
De aarde, die het naar beneden zoog,
naderde snel; het heeft zich diep omwonden
met wat de armen samennemen konden
aan flarden licht, waar het doorheen bewoog.
Tegen een telefoonpaal aan de straat
terechtgekomen, ogen wijd uiteen;
embryonaal het lichaam van de schrik;
een hoorn gevormd, het laatste ogenblik.
De veevoederfabriek, iets verder, laat
het wrak van plastic met zichzelf alleen.
Gerrit Achterberg
03 februari, 2006
We waren alleen in huis
We waren alleen in huis
We hoorden op 't venster kloppen
We gingen ons gauw verstoppen
in 't bed en achter 't fornuis
De deur werd opengebroken
Een man en een vrouw kwamen binnen
Waren dat mensen of spoken?
Ze zochten in alle kasten
Speelgoed en lakens en linnen
en kroezen en tinnen kannen
gaven ze weg door de ramen
Daar stonden andere mannen
Wij keken toe wat ze namen,
hielden ons diep neergedoken:
tegen zoveel vreemde gasten
konden wij toch niets beginnen
Hendrik de Vries (1896 1989)
Abonneren op:
Posts (Atom)